In het moderne karate zijn worpen (nage-waza) een minder centraal onderdeel dan in bijvoorbeeld judo of aikido, maar ze vormen toch een belangrijk aspect van het totaalpakket. Binnen de toepassingen van karate worden worpen vaak geïntegreerd met kansetsu-waza (gewrichtsmanipulaties) en atemi-waza (slag- en stoottechnieken).
Hieronder beschrijf ik enkele van de belangrijkste worpen in het karate.
1. O Soto Gari (grote buitenwaartse beenveeg)
Toepassing:
- Effectief wanneer de tegenstander gewicht op één been heeft.
- Veel gebruikt in zelfverdedigingssituaties.
2. Kubi Nage (nek-/hoofdworp)
Toepassing:
- Vergelijkbaar met een heupworp in judo.
- Vaak gebruikt als tegenaanval na een stoot of pakking.
3. Ashi Barai (voetveeg)
Toepassing:
- Timing is cruciaal: het been moet worden weggeveegd terwijl er gewicht op rust of juist net niet.
4. Harai -uke (Schep beweging)
Toepassing:
- Wordt gebruikt als reactie op een schop/trap aanval.
5. Koto Gaeshi (armomdraai-worp)
Toepassing:
- Werkt goed bij grijpaanvallen en overnamen van de techniek.
- Klik op deze link voor verdere details over deze techniek.
Belangrijke punten bij uitvoering:
- Kuzushi (balansverstoring) is essentieel: je moet de tegenstander uit balans brengen voordat je een worp uitvoert.
- Timing en afstand (maai) zijn cruciaal; een worp lukt niet als je te ver of te dichtbij staat.
- Controle: karate-worpen worden vaak uitgevoerd met het idee om de tegenstander snel uit te schakelen of op de grond te brengen, niet om een lange worsteling aan te gaan.