Skip to content
Deel 1: Bewustwording van inefficiënte uitvoering
- Uitvoering zonder partner:
- Voer de onderwaartse stoot uit zoals je gewend bent.
- Observeer goed wat er gebeurt met je lichaam:
- Voel je hoeveel kracht je gebruikt?
- Merk je dat je schouder en arm vast komen te zitten?
- Conclusie: Je gebruikt vooral je arm, en zeker niet je rugspieren die essentieel zijn om een correcte stoot te maken
- Uitvoering met partner:
- Vraag je partner om een stootpad vast te houden.
- Voer de stoot opnieuw uit zoals je gewend bent.
- Merk op:
- Je stoten hebben weinig of geen effect.
- Je staat te dicht bij je partner om voldoende lengte in de stoot te krijgen.
- Conclusie: Zonder lichaamsgebruik en juiste afstand is de stoot ineffectief.
Deel 2: Verbeterde techniek met lichaamskracht
- Opstelling:
- Ga tegenover je partner staan, op iets grotere afstand dan normaal.
- Je partner houdt een open hand zijwaarts, zodat jij daarop kunt richten.
- Uitvoering:
- Stap licht voorwaarts en laat je schouder iets wat zakken.
- Tegelijkertijd laat je je vuist meebewegen met een lichte draai naar buiten.
- Door deze beweging draait je elleboog automatisch naar binnen.
- Dit activeert de interne kracht van je lichaam.
- Wat je partner zal merken:
- De kracht van de stoot wordt niet alleen op de hand gevoeld, maar door het hele lichaam.
- De stoot voelt “dieper” en meer doordringend aan.
Belangrijke aandachtspunten:
- Stoot en stap moeten gelijktijdig plaatsvinden.
- De stoot moet niet tegen de hand eindigen, maar ‘erdoorheen’ bewegen.
- Hoe meer de rugspieren gebruikt worden, hoe effectiever de stoot wordt.