
Veel karateka’s oefenen Kette-technieken zonder de juiste intentie, omdat ze de toegevoegde waarde niet begrijpen. Binnen het Wado karate zijn deze technieken echter essentieel voor het ontwikkelen van balans en stabiliteit — de basis voor alle verdere bewegingen. Ze zijn niet bedoeld om klassikaal op commando uit te voeren, maar vragen om individuele oefening of begeleiding.
Het eerste deel van de techniek draait om het correct optrekken van het been vanuit een stabiele houding (bijvoorbeeld Junzuki-dachi). Een gestrekt standbeen leidt tot verlies van controle en stabiliteit. Na de trap is het belangrijk direct terug te keren naar de uitgangshouding om voorbereid te zijn op een tegenaanval.
Bij de overgang naar de stoot moet het been gecontroleerd worden neergezet binnen het eigen balansgebied. Veelgemaakte fouten hierbij vergroten de kwetsbaarheid. Hoewel deze technieken niet bedoeld zijn als snelle aanval, zijn ze cruciaal voor het aanleren van correcte houding, balans, rompgebruik en timing.
Belangrijke leermomenten per techniek:
- Kette Junzuki: balans en stabiliteit
- Kette Gyakuzuki: balans, stabiliteit en rompgebruik
- Kette Junzuki no Tsukomi: balans, stabiliteit, rompgebruik en timing
- Kette Gyakuzuki no Tsukomi: corrigeren van onbalans en timing
Veel correcties binnen deze technieken zijn complex en moeten fysiek worden ervaren om goed te begrijpen.