Techniek en Aandachtspunten: Rechte Stoot (Sonobazuki)
Een rechte stoot volgt de kortste weg van punt A naar punt B en wordt het meest effectief uitgevoerd langs de middenlijn van het lichaam, ook wel de Seichusen genoemd. Voor een correcte uitvoering van deze techniek zijn er enkele belangrijke aandachtspunten.
Uitgangspositie
De techniek begint vanuit de Yoi-dachi-houding. De linkerarm is gestrekt naar voren met een gesloten, maar ontspannen vuist. De rechtervuist bevindt zich aan de zijkant van het lichaam in een horizontale positie. De duimzijde van deze vuist is licht naar buiten gedraaid en de elleboog is iets naar het lichaam toegetrokken.
Uitvoering van de Stoot
Bij het inzetten van de stoot wordt de rechtervuist vrijwel direct in een verticale positie gebracht. Vanuit deze positie beweegt de vuist naar de middenlijn van het lichaam, tot het punt waar beide vuisten elkaar passeren – het zogenaamde draaipunt. Vanaf hier vervolgt de stotende vuist zijn weg recht naar voren. Tegelijkertijd wordt de contravuist (de linker) teruggetrokken naar de zijkant van het lichaam.
Deze terugtrekkende beweging, bekend als de Hikité-techniek, wordt met minder kracht uitgevoerd dan de stoot zelf. De volledige focus moet liggen op de kracht en precisie van de stotende vuist.
Opmerking voor Beginners
Beginnende beoefenaars leren vaak om de contravuist krachtig terug te trekken. Er wordt gezegd dat de kracht van deze beweging “doorstroomt” naar de stoot. Naarmate men meer gevorderd raakt in de techniek, wordt de Hikité echter steeds ontspannener uitgevoerd. Dit is van belang, omdat overmatige spanning in de terugtrekkende arm de snelheid en effectiviteit van de stoot negatief beïnvloedt.