Tatezuki

Aan deze verticaal uitgevoerde stoot wordt doorgaans te weinig aandacht aan besteed, simpel gezegd men ziet hem over het hoofd.
Toch is deze techniek zeker niet minder belangrijk dan welke andere techniek dan ook, en onbewust gebruiken we deze techniek wel meer dan je zou denken namelijk bij het sparren.
Wanneer we tijdens het sparren tegenover elkaar staan gebruiken we de voorste vuist meestal als een soort van dreigende techniek waarmee we direct de aanval in kunnen zetten.

Wanneer we even een uitstapje maken naar een andere discipline zoals het Aikido of Jujitsu dan zien als snel dat wanneer men een stoot aanval uitvoert dit altijd met die zogenaamde verticale vuist gebruikt, en nooit zoals op de karate manier een horizontale stoot.
De reden hiervoor is dat wanneer je een stoot uitvoert op de karate manier uiteindelijk jou arm als het ware op slot gaat. Wanneer op dat moment jouw arm wordt vastgepakt ben je behoorlijk kwetsbaar voor worp en armklemmen.

Door nu de vuist verticaal te houden kun je toch een sterke stoot maken, maar heb je ook altijd een soort van ontsnappingsmogelijkheid. Wanneer een tegenstander jou arm vastpakt kun je namelijk altijd nog je ellenboog buigen en kun je toch zelf de controle houden.

Wanneer je uitstapt in de zogenaamde gevechtstand zijn de beide vuisten altijd verticaal voorwaarts gericht. De oorsprong van deze houding is vrij naturel en komt in veel verschillende vechtkunsten voor.
Vanuit het Wado karate is deze houding gelinkt aan de houding die men aanneemt bij het zwaardvechten.