
De schop en trap technieken
In het Wado karate krijgen traptechnieken minder nadruk dan andere technieken. Dit komt doordat een trap je tijdelijk uit balans brengt: je staat immers op één been, wat je stabiliteit en kracht vermindert. Tijdens het trappen moeten meerdere aspecten tegelijk worden beheerst, zoals balans houden, timing van de impact en het gecontroleerd terugbrengen van het been.
Wado karate onderscheidt zich van andere stijlen door zijn subtiele en strategische benadering van trappen. Trapsignalen worden bewust verborgen om te voorkomen dat de tegenstander ze kan lezen. Trappen worden altijd binnen het eigen bereik uitgevoerd, zonder naar voren te leunen of te ‘reiken’, om balans en structuur te behouden.
Een veelgemaakte fout is het strekken van het standbeen tijdens een trap, wat vanuit Wado-oogpunt ongunstig is. Het standbeen moet licht gebogen blijven om balans te houden tijdens de uitvoering. Verder is het doel van de trap niet simpelweg het raken van de tegenstander, maar het verstoren van diens balans door gericht op zijn middenlijn (Seichusen) te trappen.
Tot slot worden hoge trappen, zoals mawashigeri-jodan, als onpraktisch en riskant beschouwd. Ze brengen de uitvoerder te veel in gevaar en bieden zelden het gewenste effect.