Doel van de training
- Verbeteren van balans, controle en techniek bij het uitvoeren van trappen en schoppen.
- Leren om intenties tactisch te verbergen.
- Verhogen van reactiesnelheid en aanpassingsvermogen in gevechtssituaties.
1. Warming-up
- Dynamische beenzwaaien (voorwaarts, zijwaarts)
- Kniestoten (licht tempo)
- Lage squats en enkelrotaties (voor stabiliteit)
2. Oefening: Gronding en balans
Doel: Bewustwording van standbeen, balans en grondcontact.
Uitvoering:
- Ga in Yoi-dachi (neutrale houding).
- Trek één been haaks op en houd deze positie 5 seconden vast.
- Herhaal 5 keer per been.
- Herhaal vanuit gevechtshouding met gebogen standbeen.
- Focus op het voelen van de volledige voetzool van het standbeen vóór het optrekken.
3. Oefening: Haaks optrekken en reactieve controle
Doel: Verbeteren van controle in opgetrokken houding, flexibiliteit in actiekeuze.
Uitvoering:
- Trek het been haaks op vanuit gevechtshouding.
- Houd 3–5 seconden vast.
- Kies één van de volgende opties:
- Uitvoeren van een trap (bv. Maegeri, Mawashigeri)
- Been gecontroleerd terugzetten op veilige positie
- Wisselen naar andere trap (zonder voorbereiding te verraden)
- Herhaal 5x per been.
Let op: Het been niet laten vallen. Terugbrengen naar beginhouding.
4. Tactische oefening met partner (15 minuten)
Doel: Intentie verbergen en reactie van partner trainen.
Uitvoering:
- Sta tegenover een partner.
- Trek je been haaks op zonder direct een trap te maken.
- Vraag partner om te raden welke trap je gaat doen.
- Voer vervolgens een willekeurige trap uit (of zet terug).
- Wissel na een aantal beurten van rol.
Tips tijdens het oefenen
- Let op je heupstand – deze verraadt vaak je intentie.
- Gebruik je standbeen actief voor balans.
- Houd altijd meerdere opties open wanneer je been opgetrokken is.