Binnen het Wado karate is de voorwaartse beweging naar Junzuki-dachi geen simpele pas, maar een daadwerkelijke aanvalstechniek. In tegenstelling tot andere karatestijlen, waar men vaak op commando vanuit Yoi-dachi met een blokkering uitstapt, ziet Wado deze beginhouding als een positie van waaruit zowel aanvallen als verdedigen mogelijk moet zijn. De beweging richting Gamae-dachi is vergelijkbaar met Tobikomizuki: de intentie is hetzelfde, maar de lichaamshouding verschilt. De uitdaging is om met maximale efficiëntie en snelheid te bewegen, alsof men in één vloeiende actie van 0 naar 10 versnelt, met het vermogen een tegenstander uit te schakelen. Om dit te bereiken wordt gebruikgemaakt van de “schietende knie” — een hulpmethode waarbij de focus ligt op het snel voorwaarts brengen van de knie. Dit bevordert zowel de versnelling als de lichaamshouding, en voorkomt dat men moet afremmen met de voorste voet.