
Deze techniek is afkomstig uit de traditionele “Chinese hand” vechtkunst en doet denken aan de typische beginhouding in Chinese vechtfilms: een half gestrekte arm naar voren.
Deze armhouding symboliseert onder andere:
- De Sankaku (driehoek),
- De Seichusen (middenlijn), die bescherming biedt tegen directe aanvallen.
Shikkake-uke is een subtiele, bijna sluwe techniek. In plaats van kracht, draait het om timing en positionering: je beweegt je arm achter de aanval van de tegenstander langs, vergelijkbaar met hoe een zakkenroller afleidt met de ene hand en met de andere iets wegneemt.
De techniek kent twee uitvoeringen:
- Bovenlangs (voorkeur),
- Onderlangs (mogelijk, maar met risico op blokkering door de andere arm).
Een goede uitvoering vereist inzicht in belangrijke Wado-concepten, zoals:
- Gronden (stabiel staan),
- Pushing (druk uitoefenen),
- Het positioneren van de tegenstander,
- En het principe: “handen duwen en voeten trekken.”
Shikkake-uke is geen slagtechniek, maar een begeleidingstechniek: je neemt de aanval over en dwingt de tegenstander in een ongunstige positie. Om deze techniek echt te beheersen, moet je met een partner oefenen, die feedback geeft over het effect. Zelf voelen wat de techniek doet, is essentieel voor begrip en beheersing.