
Iedereen heeft een persoonlijke Sankaku – een onzichtbare, instinctieve ruimte rondom het lichaam die ongemakkelijk aanvoelt wanneer iemand deze binnendringt. Dit kan eenvoudig ervaren worden door met een partner tegenover elkaar te staan en die persoon langzaam naar voren te laten lopen; zodra hij te dichtbij komt, ontstaat automatisch een gevoel van ongemak en de neiging om afstand te nemen.
In Wado karate wordt deze natuurlijke reactie bewust gebruikt. Door middel van een trucje, de zogenaamde valse Ma-ai, geef je de indruk verder weg te staan dan je werkelijk bent, waardoor je ongemerkt binnen de Sankaku van de tegenstander kunt komen. Een oefening om dit te testen is stapsgewijs en onopvallend dichterbij komen, totdat de partner onbewust reageert door afstand te nemen.
Dit principe speelt ook een rol in het oefenen van kata. Hoewel het niet altijd direct zichtbaar is, wordt hier eveneens gebruikgemaakt van het manipuleren van afstand en ruimte. Daarom is het belangrijk te begrijpen wat er in een kata gebeurt en waar je op moet letten.