
De techniek van het terugtrekken van de vuist, ook wel Hikite genoemd, wordt in eerste instantie vaak aangeleerd als een krachtige, snelle beweging naar de zij. Hoewel dit op het eerste gezicht logisch lijkt, is deze benadering volgens het Wado karate niet correct.
Veel karateka’s denken dat een krachtige terugtrekbeweging de stoot aan de andere kant versterkt, maar dit klopt niet. Het lichaam kan immers niet tegelijkertijd maximale kracht leveren in twee tegenovergestelde richtingen. Door veel kracht te gebruiken voor Hikite, beperk je juist de kracht van je stoot. Bij nauwkeurige observatie zie je dat één kant van het lichaam naar voren wil terwijl de andere naar achteren trekt, wat de effectiviteit van de techniek belemmert.
In Wado karate wordt Hikite anders benaderd: slechts 10 tot 15 procent van je kracht wordt gebruikt voor het terugtrekken van de vuist, en die kracht komt niet uit het bovenlichaam maar uit het onderlichaam. Bijvoorbeeld: bij een stoot met de rechtervuist, komt de aandrijving van de Hikite vanuit het linkerbeen. Deze aanpak vereist inzicht in de diepere concepten van het Wado karate, waarbij armen en benen slechts verlengstukken van het lichaam zijn.
Hikite is een techniek die door heel het karate voorkomt, vaak onbewust uitgevoerd. Denk aan technieken zoals Tobikomizuki of Nagashizuki, waarin de andere arm automatisch de Hikite maakt. Ook in kata’s komt de techniek telkens terug, maar vaak zonder bewuste aandacht.
Een concreet voorbeeld is te zien in het kata Pinan Nidan, na de drie Jodan-uke blokken. Tijdens de draai die volgt, wordt een Gedan-barai uitgevoerd met de linkerarm, terwijl de rechtervuist wordt teruggetrokken in Hikite. Daarbij draait de romp weg van de blok, waardoor de kracht en intentie van de blokkering verloren gaan. Je verdeelt je kracht, wat de effectiviteit van de techniek vermindert.
Net als andere technieken vormt deze uitvoering slechts een beginstadium. Verdere verfijning is pas mogelijk met een goed begrip van de onderliggende principes van Wado karate. Tot slot geldt: blokkeringen moeten worden gezien als aanvallen, en kracht moet doelgericht zijn, niet per se hard.rd, en dat een harde techniek onnodig hoeft te zijn.